Lange tijd zijn de kosten van beleggen een grijs gebied geweest.
Het was niet verplicht om geheel transparant te zijn in de kosten die je moet betalen voor je beleggingen.
Maar tegenwoordig moeten alle aanbieders duidelijkheid verschaffen over de kosten die worden gemaakt.
En onthoud:
De kosten die je betaalt is het verdienmodel van de aanbieder.
Ze vreten direct aan jouw rendement en dat kan behoorlijk hard oplopen.
Daarom is het handig voordat je gaat beleggen te weten welke kosten komen kijken bij het aan- en verkopen van beleggingen.
Inhoudsopgave
Kosten hebben invloed op je rendement
De belangrijkste reden waarom er zoveel geld wordt verdiend in de financiële sector is dat de professionals betaald krijgen voor iedere belegging die jij en ik doen. Dit kan makkelijk oplopen tot 1-2% van het geld dat jij belegt. En dat is nog een voorzichtige inschatting.
Voor iedere transactie die je doet, moet je geld betalen. Als je iemand voor jou laat beleggen dan betaal je daar vaak een beheerfee over.
Deze kosten van beleggen zijn een belangrijke reden waarom jij rendement misloopt.
En dat kan om enorme bedragen gaan.
Kijk eens naar de volgende rekensom. Je zult schrikken hoeveel geld je laat liggen als je beheerkosten (een beheer fee) betaalt van 3% ten opzichte van een fee van 2% of 1%.
Je ziet het goed.
Over een periode van 30 jaar betaal je bijna €2.500 meer als je 3% kosten betaalt in plaats van 1%.
En met grotere beleggingsbedragen zijn deze kosten natuurlijk nog veel hoger!
Er zijn manieren om zelfs minder dan 1% te betalen.
Zou het niet schitterend zijn als je 0% kosten hoeft te betalen?
Hoeveel zou dat schelen op 10, 20 of 30 jaar tijd?
Maar eerst is het goed om te begrijpen tegen welke kosten je kunt aanlopen als belegger. En zoals je uit bovenstaand voorbeeld kunt zien is dit zwaar bepalend voor je uiteindelijke eindkapitaal.
Welke kosten zijn er?
Je hebt maar liefst 9 type kosten!
Dit betekent niet dat je bij iedere aanbieder al deze kosten moet betalen. Er zijn voorbeelden waarbij je de kosten kunt beperken tot een minimum. Hierover later meer.
Maar eerst een overzicht van alle mogelijke beleggingskosten:
Zelf beleggen
- Transactiekosten. Elke keer dat je een aan- of verkoop doet, worden deze kosten in rekening gebracht. Dat geldt voor de meeste effecten. Let op: veel handelen leidt tot hogere kosten
- Valutakosten. Wanneer je belegt in non-eurolanden betaal je een fee/vergoeding voor het omwisselen van euro’s naar de buitenlandse valuta’s (of andersom) waarin de effecten noteren.
- Bewaarloon. Vergoeding die de bank rekent voor het bewaren van effecten.
- Inactivity fee. Bij sommige rekeningen gelden kosten wanneer je niet of onvoldoende handelt. Er wordt geld verdient als jij handelt, zie ook de spreadkosten hieronder. Vandaar dat ze je vaak willen aanmoedigen om veel te handelen.
- Spread. Wanneer je direct in effecten belegt via de beurs betaal je het verschil tussen de bied- en laatprijs.
- In- en uitstapkosten. Sommige fondsen romen een percentage van je inleg af wanneer je deze aanschaft of verkoopt.
Extra kosten bij laten beleggen
Als je je vermogen laat beleggen kun je te maken krijgen met de volgende extra kosten:
- Beheer- en servicekosten. Vermogensbeheerders en fondsmanagers brengen doorgaans beheerkosten in rekening. Dit is een vaste vergoeding voor het onderhoud van de portefeuille.
- Prestatievergoedingen. De (extra) kosten die een vermogensbeheerder of fondsmanager in rekening kan brengen bij het beter presteren dan de doelstelling (vaak een benchmark).
- Lopende kosten. De kosten die een fonds rekent voor onder andere beheer, marketing en administratie.
Bron: VEB
Direct en indirecte kosten
Een andere indeling die je kunt maken is directe en indirecte kosten.
Kosten kun je opdelen in directe en indirecte kosten.
Directe kosten
Alle kosten die je ziet in het kostenoverzicht van je beleggingsrekening, zijn directe kosten.
Voorbeelden van directe kosten zijn bewaarloon, transactiekosten, abonnementskosten, beheervergoeding, adviesvergoeding en prestatievergoeding.
Dit zijn dus de kosten die de beheerder van je investering voor zijn rekening neemt.
Indirecte kosten
Naast de directe kosten betaal je ook zogenoemde indirecte kosten. Dit zijn de kosten van de onderliggende producten waarin je belegt of handelt.
Voorbeelden van producten met indirecte kosten zijn beleggingsfondsen en trackers (ook wel ETF’s genoemd).
Je vindt deze kosten niet terug op je kostenoverzicht omdat de kosten worden verwerkt in de koers. De kosten worden dus in mindering gebracht op de waarde van de beleggingen. Afhankelijk van het product liggen deze kosten gemiddeld tussen de 0,25% en 2,00% per jaar. Het is dus belangrijk om vooraf op de hoogte te zijn van deze kosten. Voorbeelden van indirecte kosten zijn management fee, service fee, transactiekosten, accountancykosten en juridische kosten.
Voorbeeld kosten
Als je zelf wil starten met beleggen, dan is het dus zaak om een beleggingsrekening te openen met de laagste kosten.
En gelukkig komen er steeds meer goedkope aanbieders bij.
Een voorbeeld is DeGiro.
Op deze pagina zie je de tarieven van alle beleggingsinstrumenten.
Je ziet de kosten staan die je ziet per transactie.
En als je wat verder scrolt zie je dat je niks betaalt voor een bepaalde (kern)selectie van ETF’s.
Dus als je wilt starten met indexbeleggen, kun je bij een partij als DeGiro vrij goedkoop beginnen.
Let er wel op dat een ETF zelf ook kosten in rekening brengt. Dit zijn de eerder genoemde indirecte kosten.
Nog een voorbeeld.
Een andere goedkope aanbieder is flatex.nl.
Zij vragen helemaal geen transactiekosten.
Maar hoe verdient zo’n aanbieder dan geld?
De broker is gevestigd in Duitsland daar mogen ze commissies ontvangen van de partijen waar de beleggingen bij worden uitgevoerd.